Weet je nog? Op de middelbare school was er eens per jaar die onheilspellende dag, waar iedereen bang voor was. Behalve de echte sportfanaten, natuurlijk. Als een bezetene heen en weer rennen tussen steeds langere afstanden, met die piepjes? Ja, de piepjestest, oftewel de shuttle-run-test. Afgríjselijk. Vond ik dan. Ik was al zo'n dikkertje, inclusief een onhandig lijf, had weinig conditie, en moest dan ook nog verplicht meedoen aan die rottest.
Eerder heb ik jullie al laten weten dat sporten voor mij nogal een straf kon zijn, vooral op de middelbare school, met het uitkiezen van teamgenoten. Echt helemaal als laatste werd ik bijna nooit gekozen, ik had een paar sportieve vrienden, maar vreselijk was het op zijn minst wel. Tijdens die test viel natuurlijk redelijk snel af, en moest dan de rest van de dag bij- en op adem komen. Ik zag groen/paars/rood/oranje/geel, om maar een beeld te schetsen.
Ook herinner ik me nog goed dat een hoop van mijn klasgenoten zo hard doorgingen dat ze uiteindelijk kotsend aan de zijlijn stonden na zo'n test. Ze wilden zo graag goed presteren en bij de toppers horen, dat ze hun eigen grenzen over gingen. Ik begrijp dat wel. Sterker nog, vandaag had ik tijdens de training even een moment dat ik goed merkte dat ik mijn eigen grenzen over aan het gaan was.
Zodra je de smaak lekker te pakken hebt en overtuigd bent dat je lekker gaat, ligt dat gevaar al gauw op de loer. Even net die extra stap of een laatste herhaling doen is verleidelijk. En dan is het juist de kunst om er op tijd bij te zijn en even je momentje rust te pakken. Als je dan licht in je hoofd wordt of gaat hyperventileren ga je precies die grens over. Gelukkig had ik het vandaag vrij snel in de gaten en was er van een flinke kotspartij geen sprake. Even drie minuutjes zitten en een flinke teug water of warme thee is dan je beste vriend. Zo doen we dat, hoppa-kee!
Reactie schrijven